Hoe moeten we ervoor zorgen dat het aanbod van laadpalen kan toenemen en welke uitdagingen brengt dat met zich mee? Dat was de hamvraag van het tweede Congres Laadinfra ’24 dat op 18 januari jl. in Brussel plaatsvond. Zo’n 25 sprekers uit de sector gaven een uiteenzetting over de projecten waar ze zich op toespitsen. In totaal waren er ruim 250 deelnemers. Het was een diverse groep met onder meer netbeheerders, leveranciers van laadinfrastructuur, fleetowners, de overheid, consultants en onderzoekers uit België en Nederland.

EV: exponentiële groei
Verschillende sprekers wezen er op dat elektrisch rijden momenteel in een stroomversnelling zit, maar ook dat dit nog maar het begin is van een heel snelle toename. Dat is positief, want de EV-sector is essentieel om de doelstellingen van klimaatverdragen te halen. De EU legde de European Green Deal vast. Europa wil tegen 2050 een klimaatneutraal continent zijn. Tegen 2030 moet de uitstoot van broeikasgassen met 55% gedaald zijn, in vergelijking met 1990. Het zijn stevige ambities.

De cijfers spreken voor zich. Op 1 augustus 2023 telde België 6.030.700 personenwagens. Dat blijkt uit cijfers van Statbel, het Belgische statistiekbureau. Het aantal volledig elektrische personenwagens is bijna verdubbeld in een jaar tijd met een stijging van 93,6%. In 2022 waren er 71.651 elektrische wagens; dit cijfer stijgt in 2023 tot 138.749. Van deze elektrische auto’s is het belangrijk op te merken dat 80,8% op naam van een vennootschap staat. Ook al wordt de elektrische wagen in België steeds populairder, toch zijn slechts 26.440 auto’s (19,1%) eigendom van particulieren en 112.056 van vennootschappen.
Begin 2024 waren er in België 39.520 AC ‘trage’ oplaadpunten en 2.068 ‘snelle’ oplaadpunten. Ter vergelijking: in Nederland zijn dat er respectievelijk 146.572 en 3.651. In België zijn er gemiddeld 165 wagens per laadpunt, in Nederland 66, in Duitsland 465 en in Frankrijk 392. Eén van de grootste uitdagingen voor politici, ondernemers en onderzoekers in de verschillende Europese landen is om de laadinfrastructuur op punt te stellen.

Particuliere markt versterken
Marc Vandenbergh, COO Lease Belux, Van Mossel Automotive Groep maakte een stand van zaken op. Van Mossel Automotive Groep is het grootste automotive bedrijf in de Benelux, dat dit jaar trouwens zijn 75-jarig jubileum viert. Er zijn 6600 werknemers, actief in zeven landen. Het bedrijf heeft 119.000 leasewagens van 43 verschillende merken in omloop. Daarvan zijn er 40.000 stekkervoertuigen.
Marc Vandenbergh: “Ons ecosysteem bestaat eruit dat we onze klanten zoveel mogelijk proberen te ontzorgen via onze concessiehouders, onze carrosseriebedrijven en de leasebedrijven die beter gekend zijn als DirectLease, J&T Autolease, Van Mossel Autolease en Van Mossel Westlease. In België zijn we goed op weg naar een zero-emissie mobiliteit. De evolutie gaat pijlsnel, de EV vloot verdubbelt jaarlijks. Het gros daarvan is terug te vinden bij de vloot van een onderneming. Het is dus belangrijk om de particuliere markt sterker bij het verhaal te betrekken.”

Meer incentives nodig
Marc Vandenbergh: “Op het vlak van actieradius zitten we vrij goed. De meeste modellen hebben een actieradius tussen de 300 en 600 km WLTP. Belgen rijden gemiddeld 60km per dag. Je moet kunnen laden thuis, op kantoor, publiek of onderweg. De fiscaliteit voor bedrijven is goed, voor particulieren ontbreken de incentives en dat is jammer. Ons advies aan de overheid: ga eens kijken in de buurlanden. Soms zijn er eenvoudige maatregelen die werken, zoals het kunnen gebruiken van busrijstroken, gratis parkeren of de aanpak van laadpaalklevers die soms een probleem vormen.” Er zijn grote onderlinge verschillen in Europa, ook in België. Wallonië hinkt achterop. Politieke beslissingen spelen een rol. De Nederlandse regering gaf zowat tien jaar geleden veel subsidies, wat tot een snelle toename van de toen nog hybride wagens leidde. Dus als een lokale regering het belang onderschrijft en incentives geeft, heeft dat impact.

Topprioriteiten Mobia
Marc Vandenbergh: “De Belgische overheid voerde wel een premie in, maar er zal veel meer moeten gebeuren. Er komt bijvoorbeeld tussen 2030 en 2035 een circulatieverbod op diesel- en benzinemotoren in Brussel en Antwerpen Er is veel nodig om dat te laten werken. Tal van maatregelen staan beschreven in het mobiliteitsmemorandum van Mobia.” De mobiliteitsfederaties FEBIAC, RENTA en TRAXIO vormen een alliantie met als naam Mobia. Vorig jaar werkten ze een memorandum uit, gericht aan de politieke wereld, om samen de mobiliteitsuitdagingen aan te pakken. Hoofdprioriteiten zijn onder meer: modernisering van de fiscaliteit voor een betaalbare zero-emissie mobiliteit, alles uit de kast halen om het voertuigenpark opgeladen te krijgen en de mobiliteitssector klaarstomen voor de jobs van morgen. Deze prioriteiten zijn verder uitgewerkt in 25 thema’s en 101 beleidsaanbevelingen.

Occasies: stabiele prijzen nodig
Van Mossel Automotive Group is een leasingbedrijf. Marc Vandenbergh: “Op de leasemarkt is er vandaag een voldoende aanbod van wagens. De komende vijf jaar komen er 78 nieuwe modellen bij, waarvan ook voertuigen met een cataloguswaarde van minder dan 25.000 euro. Ook op de occasie markt wordt het aanbod EV groter. We zien wel dat de prijzen sterk onder druk staan. De doorlooptijd om een wagen te verkopen, is vrij lang. Onze boodschap is: werk aan stabiele prijzen. Soms komen er modellen op de markt, eerst zonder korting, dan met 5% korting, dan met 10% korting. De cataloguswaarde vermindert dan heel snel en dat is nefast voor de tweedehandsmarkt.”

Lease: financiering is zwaar
De financiering is voor leasingbedrijven soms een probleem. Marc Vandenbergh: “De kostprijs vormt nog een probleem, een elektrische wagen is gemiddeld 15.000 euro duurder dan een dieselwagen. We schrijven jaarlijks 10.000 auto’s in en dat moet gefinancierd worden. We hebben een extra kapitaal nodig van 150 miljoen om dezelfde vloot te financieren. Denk ook aan de particulier die via de bank zijn auto financiert. De maandelijkse aflossingen wegen door de hoge intrestvoeten zwaar door.”

Onderhoud wagenpark
Marc Vandenbergh: “Onze ervaring leert dat de onderhoudskosten gemiddeld 25% lager liggen, er is immers geen oliewissel nodig, er is geen uitlaatsysteem. Bij banden merken we het omgekeerde, het verbruik is 15% hoger door het zwaardere gewicht van de wagen. Voor de verzekeringssector is er nog de uitdaging van de gemiddelde schadekost die aanzienlijk hoger is omwille van de prijs van wisselstukken en de nood aan gespecialiseerd personeel. Het vervangen van een batterij is duur. Ook als je modules kan vervangen, blijft het om hoge bedragen gaan. Het zou mooi zijn als batterijcellen gerepareerd kunnen worden, maar ik verwacht dat de verzekeringssector en de leasesector de premies de komende jaren zullen optrekken met 25 tot 40%.”

Van Mossel Energy: laadoplossingen
Marc Vandenbergh: “Als leasebedrijf is het onze taak om ook laadinfrastructuur te voorzien. Het is nog geen mature markt, er zijn veel kinderziektes. Dat zorgt ervoor dat we omschakelden naar een proactief beleid. We werken met één externe partner, maar dat heeft enkele nadelen. De afhankelijkheid is te groot, we hebben geen grip op de onderaannemers van de partner (de installateurs), bij problemen wordt er naar elkaar verwezen, het is niet flexibel want laadoplossingen kunnen niet overgezet worden. Kortom, we kunnen onze klanten niet ontzorgen zoals we wel zouden willen. Vandaar mijn advies: kies voor een open systeem. Deze moeilijkheden waren de reden om Van Mossel Energy op te richten. Dit houdt in dat we onze eigen CPO en eMSP diensten zullen leveren. We gaan op zoek naar eigen installatiepartners, dat zullen er minimaal twee zijn. We gaan laadpalen in eigen beheer op de markt brengen. Er komt ook een eigen team voor advies, administratie en commercieel beheer. De focus ligt op klanttevredenheid, kwaliteit, een goed databeheer, minder tussenpersonen en meer flexibiliteit.” Bij verschillende sprekers was te horen dat de dienstverlening beter moet. Niet alle laders zijn even toegankelijk en kan je slechts met bepaalde apps en passen gebruiken. Dat moet verdwijnen. De laadstations zijn vaak niet goed ingericht. Tijdens het laden zou je een koffie moeten kunnen drinken en je mails checken, in plaats van op een tochtig hoekje in de regen te moeten wachten tot je wagen is opgeladen.

Sterker inzetten op thuisladen
ABB E-mobility is een wereldleider op het gebied van het opladen van elektrische voertuigen met de hoogste uptime en het grootste aantal DC-snelladers op de markt. Het verticaal geïntegreerde aanbod omvat het breedste portfolio van AC- en DC-laadhardware, een reeks digitale diensten en geavanceerde oplossingen voor energie- en wagenparkbeheer. Met behulp van kritische cloudgebaseerde connectiviteit kan het bedrijf 24/7 monitoring en diagnostiek op afstand bieden.
Leon van de Pas, Senior Vice President Home Charging, ABB E-mobility: “Vorig jaar produceerden we onze miljoenste AC lader, we hebben twaalf installatiepartners, zijn actief in 85 landen wereldwijd. Een topper voor hardware is onder meer de Terra AC Wallbox. Die is betrouwbaar, sterk kwalitatief, er zijn veel toepassingen mogelijk, het is een veilig systeem en je kan er een eigen label in verwerken. We hebben ook meer dan 13 jaar ervaring in DC snelladers.”

Meer aandacht voor software
ABB E-mobility heeft in België een software develop center. Leon van de Pas: “We zien toch wel een sterke tendens. Vroeger was vooral hardware een belangrijke issue, nu zien we dat er meer aandacht is voor software. De afgelopen jaren kwamen er steeds meer mogelijkheden, zoals een EV driver app, een installer app, een management platform, connectivity. Een grote uitdaging is de service rondom laadinfrastructuur. Daarom bieden we een totaaloplossing. We hebben een netwerk van installateurs voor bedrijven, we zorgen voor een goed werkend operationeel systeem, er zijn logistieke mogelijkheden. We bieden onze klanten een breed gamma. Het is immers niet zo gemakkelijk om voor thuis de juiste laadmogelijkheden te kiezen. Informatie en ondersteuning zijn belangrijk.” ABB E-mobility deed een onderzoek bij al wie bij de keten betrokken is. De gebruiker wil elektrisch rijden, maar weet niet altijd welke laadoplossing hij nodig heeft. De installateur wil systemen die eenvoudig en snel te plaatsen zijn, zodat de klanten tevreden zijn. Autodealers willen auto’s verkopen, maar ook op de hoogte zijn van gepaste laadinfrastructuur. Asset managers in bedrijven willen graag vlot een overzicht krijgen van de laadinfrastructuur. Conclusie: er komen heel wat factoren samen.

Behoefte aan snelladen neemt alleen maar toe
Fastned werkt aan een Europees netwerk van 1000 snellaadstations op A-locaties waar alle elektrische auto’s kunnen laden, met uitsluitend stroom van zon en wind. Tuur De Coninck, Country Manager Fastned België: “We hebben een sterke ecologisch gedreven missie. We beheren momenteel al meer dan driehonderd laadstations, waarvan er 25 in België staan. Verder zijn we ook actief in Nederland, Denemarken, Duitsland, Zwitserland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Spanje. We mikken vooral op autosnelwegen en afritten van snelwegen. In Nederland en het VK wonnen we met onze aanpak al verschillende prijzen. Onlangs kwam daar de prijs voor beste laadnetwerk in België en Frankrijk bij, uitgereikt door het Franse Chargemap.”

“2024 wordt een sleuteljaar. Enerzijds omdat het aantal elektrische wagens naar verwachting opnieuw zal verdubbelen van 200.000 naar 400.000 eind 2024. Maar dat is nog maar het begin, omdat dit vooral bedrijfswagens zijn. De komende jaren zullen er miljoenen elektrische auto’s bij komen in België. Belangrijk daarbij is dat ongeveer de helft van de gezinnen thuis geen laadinfrastructuur kan installeren. Ze hebben geen oprit of geen garage, of het elektriciteitsnet is niet sterk genoeg. Daarom is snelladen een noodzakelijk onderdeel van de laadmix, en zal de nood aan publieke infrastructuur om snel te laden, de komende jaren alleen maar toenemen.”

Gelijk speelveld komt consument ten goede
Tuur De Coninck: “Langs de snelwegen is de nood om snel te laden het hoogst. Als je onderweg bent, heb je geen tijd om uren te wachten voor je weer verder kan. Daarom ligt de focus van Fastned als aanbieder van snellaadinfrastructuur langs snelwegen en bij afritten van snelwegen. Maar deze verzorgingsplaatsen vallen onder het beheer van de overheid, en het huidige beleid voor de concessies voor tanken en laden is niet meer aangepast aan de actuele situatie.”

“Samen met de sectorfederatie EV Belgium willen we dat deze concessies opgesplitst worden, zodat laden en tanken apart kunnen worden aanbesteed. Er moet met andere woorden een gelijk speelveld komen. Nieuwe spelers die geen fossiele brandstoffen aanbieden, moeten net zoveel kans maken om een tender voor laadinfrastructuur binnen te halen, als de oude. Wat Fastned betreft, mogen alle concessies aangepast worden, ook de bestaande. De extra concurrentie op de markt komt de consument en uiteindelijk de noodzakelijke transitie naar elektrische mobiliteit alleen maar ten goede.”

Gentbrugge krijgt Europese primeur
Tuur De Coninck: “In Gentbrugge hebben we alvast de allereerste Europese aanbesteding binnengehaald waar er een verbod is op de verkoop van fossiele brandstof. Het gaat om twee grote snellaadstations langs de E17 bij Gent, aan weerszijden van de snelweg. Ze zullen elk twaalf oplaadpunten bieden, evenals picknickplaatsen, speelruimte, sanitaire voorzieningen en winkels. Dit jaar willen we nog met de bouw beginnen.”

Fastned noemt de twee locaties de eerste ‘snelweg-verzorgingsplaatsen van de toekomst’, waar uitsluitend elektrische auto’s worden bediend. Op de stations zullen elke dag tot duizend elektrische voertuigen van alle modellen in slechts 15 minuten tot 300 kilometer bereik kunnen laden. De twee nieuwe, grote drive-through stations krijgen 400 kW laders, die enkel energie leveren uit zon en wind. Het stationsontwerp verwelkomt alle types elektrische voertuigen, ook langere zoals trailers en lichte vrachtwagens. De stations krijgen ook de iconische gele Fastned-luifels bedekt met fotovoltaïsche panelen, die de klanten beschermen tegen de regen en ontworpen zijn om veilig en gemakkelijk te laden. Tuur De Coninck: “Deze stations zetten de standaard voor wat elektrische rijders in de nabije toekomst mogen verwachten langs de Europese snelwegen.”

Distributienet piept en kraakt
Bouke van der Weerdt is Chief Technical Officer bij Huawei, een wereldspeler. Erik Van Beusekom is director of Business Development bij Heliox, een marktleider op het gebied van DC-snellaadoplossingen voor eBus- en e-truckparken en passagiersvoertuigen. Het bedrijf werd vorig jaar overgenomen door AG Siemens. Tijdens een debat brachten ze enkele pijnpunten naar voren, zoals de capaciteit van het elektriciteitsnet. Bouke van der Weerdt: “We moeten innoveren. Dat betekent vooruitdenken en rekening houden met alle aspecten die de laadinfrastructuur nodig heeft om op de vraag van de klant te kunnen antwoorden. Het vraagt onder meer een uitbreiding van alle netwerken. Het distributienet piept en kraakt in al zijn voegen. Netwerkbeheerders als Elia en Fluvius zijn druk bezig om de netten te verzwaren.”

Toekomst: stilstaan, is laden
Bouke van der Weerdt schetste ook een toekomstbeeld. “We moeten de komende decennia aan het ideale netwerk werken. Een aandachtspunt moet zijn dat bedrijven lokaal onderling energie kunnen uitwisselen en elkaar kunnen ondersteunen om in hun laadbehoefte te voorzien. Je krijgt dan kleine clusters van bedrijven die samenwerken. Naarmate de technologie vordert met slimme oplossingen, kunnen de clusters elkaar ondersteunen. Van een sterke verticale structuur die er nu is, schakelen we over naar een beweging van onderuit. De rol van netwerkbeheerders zal veranderen. Het motto wordt: stilstaan, is laden. Er is veel meer nood aan laadinfrastructuur op plaatsen waar klanten het nodig hebben: langs de weg, op locaties waar gewinkeld wordt, thuis, op het werk.

Sneller opladen of grotere actieradius
Aan de toehoorders werd gevraagd waar vooral moet worden op ingezet: sneller kunnen laden of verder kunnen rijden. Het publiek had een lichte voorkeur voor een grotere actieradius, maar daar waren de twee panelleden het niet mee eens. Erik Van Beusekom: “Je hebt wel een zekere actieradius nodig, maar als je 300 km kan rijden, dan volstaat dat in principe. Met een benzinewagen kan je weliswaar grotere afstanden afleggen zonder te tanken, maar dan neem je af en toe een pauze. Als je de wagen moet opladen, dan kan je dat als pauze zien en heb je meteen ook een grote actieradius. We zien momenteel een sterke omslag van trage naar snelle laders. Bij de nieuwe ev’s die op de markt komen, is er gewerkt aan een snellere laadoplossing met een vermogen van 300kW.

Fluvius: hard werken aan sterker net
Hans Van Sebroeck, Expert Mobiliteit bij Fluvius wees op de precaire situatie in Nederland. In december vorig jaar was er het bericht dat een groot deel van het elektriciteitsnet in de Nederlandse provincies Groningen en Overijssel op slot gaat, zo meldden netbeheerders TenneT en Enexis. Eerder maakte netbeheerder Stedinal bekend dat het stroomnet in Den Haag vol is. “Het elektriciteitsnet in Nederland staat onder druk, omdat bedrijven en consumenten steeds sneller extra capaciteit vragen, bijvoorbeeld omdat ze afstappen van aardgas of elektrisch gaan rijden. Netbeheerders kunnen het net niet zo snel uitbreiden als de vraag toeneemt. Er was niet voorzien dat de vraag naar stroom zo hard zou stijgen. Het gebrek aan stroom heeft vooral gevolgen voor bedrijven. Die kunnen niet het vermogen krijgen dat zij nodig hebben”, zo luidde het.
Fluvius ziet in België momenteel geen grote problemen op het vlak van beschikbare capaciteit, maar vooruitkijken is cruciaal. Fluvius gaat uit van een exponentiële groei, met in 2050 vermoedelijk 400.000 elektrische voertuigen in België. Ongeveer de helft van het zwaar vrachtverkeer voor de lange afstand zal elektrisch zijn, en 90% van het vrachtverkeer voor lokale distributie.

Transparantie over capaciteit
Het komt er op aan niet bij de pakken te blijven zitten. Tussen juni ’22 en mei ’23 werden 37 locaties voor snellaad infrastructuur in gebruik genomen. Er zijn 6 stelplaatsen voor elektrische bussen van De Lijn gerealiseerd. Ze zijn technisch klaar, het is de bedoeling dat er 49 komen. Fluvius wil 40% van de laagspanningskabels, goed voor 30.000 km versterken en een aanpassing doen van 750.000 huisaansluitingen. Ook wordt 13% van de middenspanningskabels versterkt en 1 op de 3 distributiecabines. Er wordt daarbij uitgegaan van de energietransitie op korte termijn: 2032. Fluvius engageert zich om transparant te zijn over de netcapaciteit, tijdig te investeren en eventueel alternatieven te zoeken.

Snellaadplein zwaar vrachtverkeer: Geldermalsen
Op het congres ging ook veel aandacht naar de elektrificatie van vrachtwagens. WattHub speelt hierop in en realiseert snellaadpleinen voor zwaar materieel voor de bouw- en transportsector. Daarbij wordt hernieuwbare energie gebruikt. Managing Director Gerben van den Berg gaf aan dat het marktaandeel van emissieloze bouwplaatsen in Nederland tussen 2019 en 2023 van 0 naar 10% steeg. Er is dus zeker een potentieel. Hij stelde het project in Geldermalsen (Gelderland) voor. WattHub is ontstaan vanuit het project Dijkversterking Tiel-Waardenburg. Dat werd gerealiseerd door bouwcombinatie Mekante Diek en in samenwerking met Betuwewind, een lokale energiecoöperatie in Gelderland. Watthub richtte er het eerste snellaadplein voor zwaar bouwmaterieel en elektrische vrachtwagens op. “Het is een ultramodern laadplein voor zwaar materieel en vrachtwagens, met een capaciteit van 10 megawatt. Met 43 laadpalen en een maximale snelheid van 400 kW laad je zwaar materieel en vrachtwagens in een mum van tijd op.”
De laadpleinen worden op zo’n manier gebouwd en ingericht dat je er met een vrachtwagen inclusief trailer probleemloos kunt laden. Watthub kiest voor strategische, goed bereikbare locaties, vaak aan de snelweg.
WattHub werkt anders dan de huidige, standaard laadpleinen. “Wij werken met (bedrijfs)accounts en op basis van reserveringen. Zo biedt WattHub 100% zekerheid op snelladen zonder wachttijden, in het gereserveerde tijdslot. Wij streven naar 100% lokale, duurzaam opgewekte stroom. Dat verwezenlijken we door rechtstreeks gebruik te maken van wind- en zonne-energie.” De ambitie is om een significante speler in de markt te worden en een landelijk dekkend netwerk te realiseren tegen 2030. Het impliceert onder meer snelheid om de meest potentieel geschikte locaties te vinden.”

Snellaadplein in Brugge
‘Brugge geeft energie’ is een uniek platform van en voor ondernemers, in samenwerking met het stadsbestuur van Brugge. Het opzet is bedrijven te helpen bij vragen over energie, zoals duurzaamheid en elektrisch rijden. “Bijzonder is onze aanpak om collectief te werken. We kopen bijvoorbeeld zonnepanelen op grote schaal aan om zo de prijs te beperken”, zegt voorzitter Frank De Lannoit. Een belangrijk project dat op stapel staat, is een snellaadplein voor elektrische vrachtwagens. “We evolueren naar steden met een lage emissie. Dat betekent ook dat er logistieke infrastructuur nodig is. Het stadsbestuur van Brugge wil dat samen met ons realiseren op 2,5 km van de binnenstad en op 6 km van de haven van Zeebrugge. We vonden een site van 69.000 m² in de Pathoekeweg, voldoende groot zodat vrachtwagens kunnen manoeuvreren en om enkele diensten aan te bieden. Belangrijk is ook dat het naast het Boudewijnkanaal ligt, wat de toelevering met duurzame binnenschepen mogelijk maakt. Er is ook een windturbine die rechtstreeks verbonden wordt met het snellaadplein.” Het project zal fasegewijs gerealiseerd worden. De eerste laders zijn gepland voor dit jaar. Er gebeurt nog volop onderzoek naar de beste systemen. Cybersecurity en de capaciteit van het net zijn belangrijke aandachtspunten.

Interessante tarieven
Als voorbereiding was er het project Clean Power for Transport. Bedrijven kunnen subsidies voor laadinfrastructuur aanvragen. Frank De Lannoit: “Laadinfrastructuur bleek een grote uitdaging te zijn. We besloten een collectieve voorziening te bouwen, ook in samenwerking met Transport Gheeraert uit Loppem. Dit bedrijf heeft 120 vrachtwagens, 80 daarvan kunnen elektrisch rijden maar het is soms moeilijk om ze te kunnen opladen. Het collectieve snellaadplein willen we openstellen voor alle bedrijven uit de regio. We streven ook naar interessante tarieven. We denken aan 30 cent kWh om het haalbaar te maken.”
Frank De Lannoit wijst er op dat het voor kleinere transportbedrijven heel moeilijk zal worden om financieel overeind te blijven. Hij sprak met verschillende bedrijven en hoorde vaak dat de financiële marge schommelt tussen 2 tot 3 procent, wat bijzonder krap is en waardoor investeringen in laadinfrastructuur onhaalbaar zijn. “In 2023 gingen er zowat 700 transportbedrijven failliet, wat gigantisch veel is. Het waren vooral kleine bedrijven. Momenteel is er ook een tendens naar overnames.”

“De samenwerking met het stadsbestuur is belangrijk. Lokale besturen kunnen aanjagers zijn van dergelijke projecten. Het wordt ook een white label stadshub om te vermijden dat elke transporteur de binnenstad inrijdt. Iedereen kan goederen aanleveren die dan gebundeld met kleinere elektrische voertuigen naar hun bestemming worden gebracht. Je kan ons gerust omschrijven als een referentieproject dat andere steden kan inspireren.”

PLUON wint Laadinfra Innovatie Award
Voor de toekenning van de Award werd gezocht naar innovaties die de laadinfrastructuur van België een boost geven De winnaar werd gekozen op basis van de stem van de jury (50%) en van de online stemmen vooraf en tijdens het Congres Laadinfra ’24 (50%). De jury bestond uit Philippe Vangeel (Avere), Romain Denayer (EV Belgium) en Luberto van Buiten (Redactie Congres Laadinfra).

Als afsluiter van het congres werd de Laadinfra Innovatie Award uitgereikt. Winnaar werd PLUON uit Dilsen-Stokkem, een Europese producent van duurzame, slimme en stijlvolle laadinfrastructuur. PLUON won de Award met het gepatenteerde PLUON Modular System, bedoeld voor AC-laadpalen. De AC Pluon lader heeft een laadvermogen tot 22 kilowatt. De AC PLUON laadpalen zijn voorzien van slimme techniek en compatibel met de gangbare cpo-platformen.

Dankzij het future proof PLUON modular system met gemakkelijk uitwisselbare kop en upgradebare componenten is de uptime optimaal. De laadpaal komt naar de technieker bij defect in plaats van de technieker naar de laadpaal. Zo heeft de klant geen last van defecte laadpalen en in geval van toekomstige innovaties kan de paal aangepast worden, weg van de wegwerpcultuur en volledige inzet op duurzaamheid.
Het voordeel voor de gebruiker is dat de paal effectief werkt door de uptime van 99%. De kans dat de paal niet werkt, is hierdoor minimaal. Bij nieuwe innovaties kan de laadpaal aangepast worden, waardoor hij meteen ook duurzaam is. Er is bijvoorbeeld de evolutie waarbij de auto stroom aan het net geeft. Met een herprogrammering kan de laadpaal ook dan nog gebruikt worden.

Think local, act global

De AC PLUON laadpaal is geconstrueerd met duurzame, ecologische en bewezen lokaal geproduceerde materialen. ‘Think local, act global’ ligt aan de basis van deze bewuste keuze. Er worden voor 95 procent recycleerbare materialen gebruikt. Pluon ijvert voor het gebruik van lokaal opgewekte energie in combinatie met lokaal geproduceerde grondstoffen. De aluminium behuizing voor de frames van de laadpalen wordt binnen een straal van 50 km geproduceerd. Een extra plus is het fraaie, strakke design.